Deprimerend zijn ze hè, die spandoeken die overal in je dorp of stad hangen om je eraan te herinneren dat de vakantie voorbij is en je weer naar school moet? Wanneer je naar school fietst en even niet denkt aan de lessen, het huiswerk en de toetsen, word je alsnog herinnerd aan de harde werkelijkheid door die spandoeken. Wanneer het nieuwe schooljaar eraan komt, wordt dat verkondigd op straat, in winkels en op social media. Zelfs voordat het ene schooljaar is afgelopen, wordt het volgende schooljaar alweer aangekondigd door de agenda's die al maanden van te voren in de winkels liggen te pronken. Het is hetzelfde verhaal als bij pepernoten; Ze liggen veel te vroeg in de schappen.
Het nieuwe schooljaar is een paar weken geleden begonnen. Dat betekent dat de middelbare scholieren, waaronder ik, weer aan de bak mogen. Dat betekent ook dat het op mijn school, net als op iedere andere school, wemelt van kleine kinderen met veel te grote rugzakken en een veel te grote mond: de brugklassers.
Voor het eerst in mijn 17-jarige leven kan ik, met enige trots, zeggen dat ik groter ben dan vele brugklassers.
Ik ben 1.57 meter en meestal betekent dat veel twaalfjarige kinderen een halve kop groter zijn dan ik. Dit jaar is dat niet altijd het geval. Ik steek zelfs soms een kop boven de brugklassers uit. Ze lijken elk jaar kleiner en kleiner te worden. Of ben ik de enige die dat zo ziet?
In ieder geval zijn de brugklassers er in overvloed. Trekkend en duwend lopen ze, nee rennen ze, door de gangen. Ze zijn hopeloos op zoek naar hun lokaal in die nieuwe, grote school. De stap van de basisschool naar de middelbare school is ook een grote stap. Op de basisschool ken je iedereen en kent iedereen jou. Op de middelbare school is dat anders. Je moet nieuwe vrienden maken, komt in een nieuwe omgeving terecht en moet opeens (veel meer) huiswerk maken. Dat kan ontzettend leuk zijn, maar is soms ook even wennen.
Ik weet nog goed dat het bij mij erg lang duurde voordat ik eindelijk 'gesetteld' was op de middelbare school. Ik kan denk ik wel zeggen dat ik op de basisschool erg goed in de groep lag. Ik had veel jongensvrienden, meisjesvrienden en kon met vrijwel iedereen goed opschieten. Ik vond het echt jammer om weg te gaan van de basisschool, maar had ook zin om naar de middelbare school te gaan. Nieuwe vrienden maken leek me super leuk! Ik verwachtte dat ik meteen net zo goed in de groep zou liggen op de middelbare school, als op de basisschool. Dat had ik verkeerd gedacht.
Op de middelbare school kwam ik in een klas terecht waarin ik helemaal niemand kende. Ik kende niemand van gezicht, niemand 'via via' en niemand kwam uit mijn woonplaats. Ik had met een paar mensen wel een klik en werd vriendinnen met een meisje, maar ik voelde me totaal niet thuis in mijn nieuwe klas. Wat mistte ik de basisschool. Van mijn oude klasgenootjes hoorde ik dat ze het naar hun zin hadden in hun nieuwe klassen op de middelbare school. Ze hadden een leuke nieuwe klas, kenden veel mensen en hadden veel vrienden. Daar was ik best jaloers op en het frustreerde me dat het bij mij niet zo soepel ging. Ik begreep ook niet waardoor dat kwam. Ik gedroeg me naar mijn mening sociaal, was geïnteresseerd in anderen en hielp klasgenoten met huiswerk. Wat deed ik dan fout? Ik voelde me die eerste tijd op de middelbare school niet geweldig. Ik vond niet echt aansluiting in de groep en voelde me eenzaam. Ook kreeg ik af en toe opmerkingen over mijn hazenlip te horen. Het ging dan voorname over mijn neus. Men begreep niet dat mijn neus plat was door mijn hazenlip. Ze begrepen niet precies wat ik had. Ja, natuurlijk wisten ze wel dat ik een hazenlip heb, maar er zit naar mijn mening een groot verschil tussen weten dat iemand een hazenlip heeft en begrijpen wat een hazenlip nou precies is. Nou, dat begrepen ze dus niet en dat kon ik ze eigenlijk ook helemaal niet kwalijk nemen. Thuis vertelde ik na lang aarzelen over de opmerkingen. Ik zag dat het mijn ouders raakte, want dit waren ze niet gewend. Op de basisschool werden er nooit zulke opmerkingen gemaakt, omdat ik 'gewoon Bibi' was. Iedereen kende mij met de hazenlip, het hoorde bij mij. Op de middelbare school was ik opeens het meisje met de rare neus.
Toen heeft mijn moeder iets gedaan wat ik haar erg kwalijk genomen heb en wat ik andere vaders of moeders ook echt niet aanraad. Ze heeft namelijk mijn mentor opgebeld en heeft verteld over de opmerkingen. De mentor kwam vervolgens aar me toe en dacht dat ik gepest werd. Dat was dus niet het geval. Die opmerkingen beschouwde ik als vervelend, maar niet als pesten. Pesten is naar mij mening wat meer dan af en toe een vervelende opmerking horen over je hazenlip. Mijn moeder heeft met alle goede bedoelingen mijn mentor gebeld, maar ik vond het vervelend omdat het achter mijn rug om gebeurd was. Doe dat dus vooral niet, maar overleg het met je kind. Ze weten zelf heel goed wat ze wel en niet willen.
Achteraf was ik toch wel blij dat mijn moeder had gebeld, omdat het een positief gevolg had. Naar aanleiding van het gesprek met mijn mentor besloot ik om de klas te vertellen waarom mijn neus zo plat en scheef was, waarom ik wat anders praatte dan de rest en waarom mijn lip er anders uitzag. Ik besloot tijdens de mentorles kort voor de klas te vertellen over mijn hazenlip. Ik vertelde dus onder andere dat ik geboren ben met een spleet in mijn lip, kaak en gehemelte en dat ik al veel operaties heb gehad. Ook vertelde ik dat ik door mijn hazenlip wat minder goed hoor, jarenlang logopedie heb gehad en al lang aan het beugelen ben. Aan de hand van foto's liet ik zien hoe ik geboren ben, welke operaties ik heb gehad en hoe het veranderd is. Na mijn korte uitleg kreeg ik veel vragen. Na die dag heb ik er in mijn klas nooit meer vervelende opmerkingen over gehoord. Mijn klasgenoten begrepen nu wat ik had. Ze toonden vanaf toen begrip en dat vond ik echt fijn.
De jaren vliegen voorbij. Inmiddels zit ik alweer vijf jaar op de middelbare school en ben ik beland in 6 vwo: mijn eindexamenjaar. Aan het eind van de eerste klas begon ik me eindelijk echt goed op mijn plek te voelen. In de tweede klas kreeg ik meer vriendinnen en eigenlijk heb ik vanaf toen een hele leuke tijd op de middelbare school gehad. Het is hard werken, maar ik ben dankbaar voor deze tijd op de middelbare school. Zonder de middelbare school had ik mijn beste vriendin niet gekend.
Eigenlijk ben ik in al die andere jaren nooit gepest vanwege mijn hazenlip. Ja, ik heb soms opmerkingen gehoord in de gang of op de fiets en dat gebeurt heel af en toe nog steeds. Mensen riepen weleens 'Bibi hazenlip' of praatten me op nasale manier na in de gang. Het klinkt misschien hard, maar het hoort er soms nou eenmaal bij, hoe vervelend het ook is. Die mensen hebben geen flauw idee wat ze roepen, want ze roepen het uit onbegrip. Het enige wat jij ertegen kan doen is erop afstappen, naar een docent gaan of het negeren. Ik weet dat die opmerkingen hard kunnen aankomen, maar op een gegeven moment sta je er boven, echt waar. Nu boeit het mij ook niet meer wat ze roepen. Ze weten niet beter. Gelukkig weet ik het wel beter.
Ik hoop dat jij, lezer van mijn verhaal, niet gepest wordt. Als je wel wordt gepest, doe er dan alsjeblieft iets mee. Schrijf het op, praat erover en laat die mensen weten dat het echt niet oké is wat ze doen. Blijf er niet mee zitten. Mijn beste tip die ik kan geven aan mensen (met of zonder hazenlip) die gepest worden, zich niet begrepen voelen of gewoon heel erg onzeker zijn is:wees open! Vertel wie je bent en wat je hebt, maak er zelf niet een 'big deal' van en laat merken dat vragen altijd welkom zijn. Zo kan jij er zelf voor zorgen dat mensen begrip en interesse tonen, wanneer dat er niet vanzelfsprekend is. Wees niet bang om te zeggen wat je wil zeggen!
Ik wens alle middelbare scholieren veel succes met school, jullie kunnen het!
Bedankt voor het lezen!