Ik kan helaas aanstaande zaterdag, woensdag en zaterdag geen blogs plaatsen. Mijn excuses! Ik wil iedereen een vrolijk kerstfeest wensen door middel van dit zelfbedachte verhaal over kerst, oud&nieuw, schisis en de liefde! Veel leesplezier! :)
Ik kijk uit het raam. Het is druk in de stad. Een chagrijnige vrouw die een grote bontjas aanheeft, loopt met haar keffende chiwawa voorbij. Verder lopen er wat giechelende meisjes langs. Het zullen vast eersteklassers zijn, dat zie is meteen aan ze te zien. Ook loopt er een oud stel over straat. De vrouw heeft een lange sjaal om haar hals gewikkeld en de man heeft een mosgroen hoedje met veertjes op zijn hoofd. Ze lopen hand in hand en ik zie hoe de man aandachtig naar zijn drukpratende vrouw luistert. Het ziet er heel vredig en liefdevol uit. Ik hoop dat ik ook op een dag zo door de stad loop met mijn man. Ik hoop dat er ooit iemand net zoveel van mij houdt als die man van zijn vrouw houdt. Ik hoop dat… Mijn gedachten worden onderbroken door de bel. Ik ren snel de trap af en ik trek puffend de voordeur open. Er is niets te zien. Ik kijk nog eens goed om me heen, maar nee, er is helemaal niemand. Ik wil al bijna de deur achter me dichttrekken wanneer ik een bordeauxrode envelop in de sneeuw zie liggen. Ik pak hem op en ik strijk met mijn vingers over het papier. Er staat niks op de envelop. Geen naam, geen adres, geen postcode, niks. Ik trek de deur achter me dicht en ik loop naar boven. Snel scheur ik de envelop open. Er zit een klein, wit briefje in waarop staat:
Lieve Sam, wil je op 31 december om 19.00 uur naar het bankje bij de vijver in het park komen? Hopelijk tot snel! X
Van wie zou het zijn? Van een van mijn vriendinnen, mijn zus of …. van een jongen? In mijn hoofd flitsen een aantal gezichten van de jongens uit mijn klas voorbij. Niels, Koen, Jordi, Sven, Pepijn, Michiel, Jordan… Nee, die zullen het wel niet zijn. En eigenlijk hoop ik ook dat ze het niet zijn. Stiekem hoop ik dat Lucien de anonieme schrijver is. Eigenlijk ken ik Lucien helemaal niet zo goed. Ik praat soms op school met hem, maar meer dan dat is het ook niet. Maar ik merk wel dat ik veel voor hem voel. Zou hij dat ook voor mij voelen? Ik kan het me haast niet voorstellen. Ik twijfel vaak aan mezelf. Door mijn hazenlip zie ik er ‘anders’ uit en ik heb het gevoel dat jongens van mijn leeftijd alleen maar meisjes willen die ‘normaal’ zijn. Dat klinkt misschien heel gek, maar zo lijkt het gewoon. Op school zie ik bijvoorbeeld vaak dat jongens meisjes ‘keuren’. Hun blik glijdt snel langs het lichaam van een meisje en blijft haar daarna nog even aanstaren. Het valt me op dat jongens dat alleen maar doen bij meisjes met lang haar, met een dun en redelijk lang lichaam en bij meisjes met een mooi gezicht. Zijn sommige jongens echt zo oppervlakkig? Kijken ze alleen maar naar de typische uiterlijke kenmerken die horen bij een ‘mooi meisje’ of lijkt dat alleen maar zo? Zullen jongens, als ze een paar jaar ouder zijn, ook naar meisjes kijken die iets minder kont hebben en geen perfecte platte buik of is dat ook maar een fabeltje? Ik weet het eerlijk gezegd niet, maar van die ‘keuringen’ krijg ik nogal een benauwd en onzeker gevoel. Doordat ik niet ‘perfect’ ben zie ik soms een korte afwijzende blik van een jongen en ondanks dat ik die ‘keuringen’ belachelijk vind (het is net een boer die een koe keurt!) is het toch vervelend als een jongen zo naar je kijkt.
Daardoor twijfel ik ook of Lucien mij leuk vindt. Wil hij niet veel liever een meisje zonder hazenlip? Een meisje dat ‘perfecter’ is dan ik? Ik begin te huilen en ik ga op mijn bed liggen. Met een vervelend gevoel val ik in slaap.
De volgende dag ga ik met de bus naar school, omdat mijn band lek is. Om kwart over 7 stap ik in de bus. Ik ben de eerste. Na 5 minuten stopt de bus bij een volgende halte en daar stapt een vrouw in. Ze ziet er erg bijzonder uit.
Ik kijk uit het raam. Het is druk in de stad. Een chagrijnige vrouw die een grote bontjas aanheeft, loopt met haar keffende chiwawa voorbij. Verder lopen er wat giechelende meisjes langs. Het zullen vast eersteklassers zijn, dat zie is meteen aan ze te zien. Ook loopt er een oud stel over straat. De vrouw heeft een lange sjaal om haar hals gewikkeld en de man heeft een mosgroen hoedje met veertjes op zijn hoofd. Ze lopen hand in hand en ik zie hoe de man aandachtig naar zijn drukpratende vrouw luistert. Het ziet er heel vredig en liefdevol uit. Ik hoop dat ik ook op een dag zo door de stad loop met mijn man. Ik hoop dat er ooit iemand net zoveel van mij houdt als die man van zijn vrouw houdt. Ik hoop dat… Mijn gedachten worden onderbroken door de bel. Ik ren snel de trap af en ik trek puffend de voordeur open. Er is niets te zien. Ik kijk nog eens goed om me heen, maar nee, er is helemaal niemand. Ik wil al bijna de deur achter me dichttrekken wanneer ik een bordeauxrode envelop in de sneeuw zie liggen. Ik pak hem op en ik strijk met mijn vingers over het papier. Er staat niks op de envelop. Geen naam, geen adres, geen postcode, niks. Ik trek de deur achter me dicht en ik loop naar boven. Snel scheur ik de envelop open. Er zit een klein, wit briefje in waarop staat:
Lieve Sam, wil je op 31 december om 19.00 uur naar het bankje bij de vijver in het park komen? Hopelijk tot snel! X
Van wie zou het zijn? Van een van mijn vriendinnen, mijn zus of …. van een jongen? In mijn hoofd flitsen een aantal gezichten van de jongens uit mijn klas voorbij. Niels, Koen, Jordi, Sven, Pepijn, Michiel, Jordan… Nee, die zullen het wel niet zijn. En eigenlijk hoop ik ook dat ze het niet zijn. Stiekem hoop ik dat Lucien de anonieme schrijver is. Eigenlijk ken ik Lucien helemaal niet zo goed. Ik praat soms op school met hem, maar meer dan dat is het ook niet. Maar ik merk wel dat ik veel voor hem voel. Zou hij dat ook voor mij voelen? Ik kan het me haast niet voorstellen. Ik twijfel vaak aan mezelf. Door mijn hazenlip zie ik er ‘anders’ uit en ik heb het gevoel dat jongens van mijn leeftijd alleen maar meisjes willen die ‘normaal’ zijn. Dat klinkt misschien heel gek, maar zo lijkt het gewoon. Op school zie ik bijvoorbeeld vaak dat jongens meisjes ‘keuren’. Hun blik glijdt snel langs het lichaam van een meisje en blijft haar daarna nog even aanstaren. Het valt me op dat jongens dat alleen maar doen bij meisjes met lang haar, met een dun en redelijk lang lichaam en bij meisjes met een mooi gezicht. Zijn sommige jongens echt zo oppervlakkig? Kijken ze alleen maar naar de typische uiterlijke kenmerken die horen bij een ‘mooi meisje’ of lijkt dat alleen maar zo? Zullen jongens, als ze een paar jaar ouder zijn, ook naar meisjes kijken die iets minder kont hebben en geen perfecte platte buik of is dat ook maar een fabeltje? Ik weet het eerlijk gezegd niet, maar van die ‘keuringen’ krijg ik nogal een benauwd en onzeker gevoel. Doordat ik niet ‘perfect’ ben zie ik soms een korte afwijzende blik van een jongen en ondanks dat ik die ‘keuringen’ belachelijk vind (het is net een boer die een koe keurt!) is het toch vervelend als een jongen zo naar je kijkt.
Daardoor twijfel ik ook of Lucien mij leuk vindt. Wil hij niet veel liever een meisje zonder hazenlip? Een meisje dat ‘perfecter’ is dan ik? Ik begin te huilen en ik ga op mijn bed liggen. Met een vervelend gevoel val ik in slaap.
De volgende dag ga ik met de bus naar school, omdat mijn band lek is. Om kwart over 7 stap ik in de bus. Ik ben de eerste. Na 5 minuten stopt de bus bij een volgende halte en daar stapt een vrouw in. Ze ziet er erg bijzonder uit.